Docenten en cursisten hebben lang gewacht op deze waardevolle uitgave: het biedt antwoorden op de meestgestelde vragen van NT2-cursisten. Veelvoorkomende vraagstukken zoals het gebruik van ‘je’ versus ‘jij’, ‘iedereen zijn’ of ‘iedereen is’, en het onderscheid tussen ‘dit’ en ‘dat’, worden met duidelijke voorbeelden uitgelegd. Het doel is niet alleen de kennis van grammaticaregels over te dragen, maar vooral om cursisten in staat te stellen deze effectief toe te passen.
Deze gids is een nuttig hulpmiddel voor docenten tijdens de lessen, doordat zij snel antwoorden kunnen opzoeken en grammaticale vragen van cursisten op een zinvolle manier kunnen beantwoorden. Ook cursisten kunnen hier zelfstandig oplossingen vinden voor hun taalkwesties, dankzij het toegankelijke taalgebruik en de duidelijke voorbeelden.
Het boek richt zich op NT2-leerders en is geschikt voor verschillende onderwijscontexten, van formele scholing tot zelfstudie. Intertaal garandeert dat dit leermiddel snel geleverd wordt en beantwoordt daarmee aan de verwachtingen van zowel docenten als cursisten die direct met de inhoud aan de slag willen.