Tom is elf jaar oud en woont in een oude stacaravan met zijn moeder, Joss. Zij is relatief jong; ze kreeg Tom toen ze dertien en een half was. Joss houdt er namelijk van om feest te vieren en gaat vaak in het weekend op pad met vrienden, waardoor Tom regelmatig alleen gelaten wordt. Hij moet dan voor zichzelf zorgen. Om te eten pakt hij soms groenten uit de buurtuinen. Hij is echter erg voorzichtig, omdat zijn moeder hem heeft gezegd dat hij naar de jeugdzorg gestuurd kan worden als hij betrapt wordt, en zij zou hem niet kunnen terughalen. Op een avond, terwijl hij op zoek is naar een nieuwe tuin om voedsel te halen, stuit Tom op Madeleine, een vrouw van drieënnegentig jaar. Ze ligt huilend tussen haar koolplanten omdat ze niet meer overeind kan komen. Zonder Toms toevallige aanwezigheid zou de arme oude vrouw daar misschien wel aan haar lot zijn overgelaten…