De eerste publicatie van Three Lives in 1909 markeerde het begin van een periode van gedurfde experimenten met literaire vorm en taal die onze eeuw zou kenmerken. In deze drie verhalen past Gertrude Stein bepaalde theorieën over proza toe, die parallel lopen aan de ideeën die zichtbaar zijn in de kunst van de Impressionistische en Post-Impressionistische schilders. Haar personages lijken te leven in een wereld die door een esthetische, in plaats van een sociale orde wordt bepaald. De niet-lineaire verhaallijn van 'The Good Anna' is bijvoorbeeld geïnspireerd door de werken van Cézanne. Stein's vriendschap met Picasso stimuleerde haar vrije expressie van syntactische herhaling om de sfeer en open seksualiteit van 'Melanctha' vast te leggen. Ook de invloed van Matisse is zichtbaar in 'The Gentle Lena', een gedurfd psychologisch portret van een vrouw met de nadruk op karakterontwikkeling in plaats van plot en setting. In deze editie is ook Q.E.D. opgenomen, een openlijk autobiografisch verhaal, conventioneel van vorm en in veel opzichten een vroege versie van 'Melanctha'. De opname hiervan toont waar Stein begon en suggereert de ontwikkeling die ze zelfstandig doormaakte.