Oscar Wilde noemde het huiveringwekkende verhaal The Turn of the Screw van James 'een uiterst wonderlijk, luguber vergiftigd klein verhaal'. Het beschrijft hoe een jonge gouvernante naar een landhuis wordt gestuurd om zorg te dragen voor twee wezen, Miles en Flora. Ze wordt al snel overdonderd door een gevoel van intens kwaad dat het huis doordringt en raakt geobsedeerd door de overtuiging dat er iets kwaadaardigs de kinderen in haar zorg achtervolgt. In The Aspern Papers ligt de focus op een meer alledaagse obsessie; het verhaal volgt een literair historicus die vastbesloten is om brieven van een grote dichter in handen te krijgen, zelfs als hij daarvoor bedrog en misleiding moet gebruiken. Beide verhalen tonen James's meesterschap in het schrijven van korte verhalen en zijn gave om een beklijvende sfeer en ondraaglijke spanning te creëren. De uitgebreide inleiding van Anthony Curtis schetst de ontwikkeling van de twee verhalen vanaf de eerste inspiratie tot het voltooide werk en onderzoekt hun kritische ontvangst.