Een zwarte komedie van omgangsvormen over grote rijkdom en een vrouw die zichzelf alleen kan definiëren via de percepties van anderen. De mooie Lily Bart leeft te midden van de nieuwe rijken van New York City, mensen wiens miljoenen zijn verdiend in spoorwegen, scheepvaart, land speculatie en bankieren. In deze moreel en esthetisch bankroete wereld zoekt Lily, negenentwintig jaar oud, naar een echtgenoot die haar verlangens naar eindeloze bewondering en alle uiterlijke tekenen van rijkdom kan bevredigen. Haar zoektocht eindigt schandalig wanneer ze ervan beschuldigd wordt de minnares te zijn van een rijke man. Verbannen uit haar vertrouwde wereld van kunstmatige conventies, vindt Lily het leven ondraaglijk. Lily Bart belichaamt de vrouw als passieve schepsel, als het ultieme "consumptieartikel." In haar inleiding legt Cynthia Griffin Wolff uit hoe dit personage is ontstaan uit de omstandigheden in het leven van Edith Wharton zelf.