De "Fry Chronicles" beschrijft de periode van 1979 tot 1987 en volgt de reis van Stephen Fry vanaf zijn aankomst in Cambridge tot aan zijn dertigste verjaardag. Dit boek wordt gekenmerkt door 'hartverscheurende, verrukkelijke en gezellige' verhalen volgens The Times. De Observer prijst het werk om zijn 'perfecte proza en pijnlijke eerlijkheid', en ziet het als een indrukwekkende herinnering aan de universiteit, theater en de komediewereld van de jaren 80. Het boek bevat anekdotes die nauwkeurig van toon zijn en oprechte opwinding bij de lezer teweegbrengen. Bovenal is het een bedachtzaam boek dat Fry's ware persoonlijkheid onthult. Daarnaast barst het van bekende namen, is het humoristisch en doordrenkt met melancholie.
De Independent on Sunday noemt Fry 'mogelijk de grootste levende Engelsman', terwijl de Sunday Times het boek als 'uitermate plezierig' bestempelt. Volgens de Daily Telegraph blijft Fry's taalvaardigheid een van de wonderen uit het nieuwe media-tijdperk en zien zij hem als de beschermheilige van de Britse intelligentie. Voor lezers die geïnteresseerd zijn in een intieme kijk in de wereld van Fry en de cultuur van de jaren 80, biedt dit boek een boeiende ervaring.