Het is 1880, in het Opera House in Parijs. Iedereen praat over de Phantom of the Opera, het spook dat ergens onder het Opera House leeft. De Phantom is een man in zwarte kleren. Hij is een lichaam zonder hoofd, hij is een hoofd zonder lichaam. Hij heeft een geel gezicht, geen neus en zwarte gaten als ogen. Iedereen is bang voor de Phantom - de zangers, de dansers, de regisseurs, de toneelwerkers. Maar wie heeft hem eigenlijk gezien?