Engeland en Schotland in de 1500s waren de podia voor twee beroemde koninginnen: Mary, de katholieke koningin van Schotland, en Elizabeth I, de protestantse koningin van Engeland. Het was een opwindende en gevaarlijke tijd om te leven, en vooral om koningin te zijn. Mary werd koningin van Schotland toen ze een week oud was; op zestienjarige leeftijd werd ze ook koningin van Frankrijk. Ze was lang en mooi, met goudrood haar. Veel mannen hielden van haar en stierven voor haar. Maar ze had ook veel vijanden - mensen die zeiden: 'De dood van Mary is het leven van Elizabeth.'