Op vijfjarige leeftijd verliest Kalle zijn ouders, een gebeurtenis die hij aanvankelijk niet kan bevatten. Zijn oma neemt hem liefdevol in huis. Hoewel hij haar gezelschap waardeert, beseft Kalle dat het leven bij zijn oma anders is dan met zijn vader en moeder. Zijn oma, een zorgzame maar oudere vrouw, maakt zich zorgen of ze in staat is om Kalle goed op te voeden op haar leeftijd. Ze deelt verhalen met hem uit haar eigen jeugd, toen de wereld heel anders was. Samen ondernemen ze een reis en beleven veel plezier. Op tienjarige leeftijd wordt Kalle's oma ziek, en pas dan begint Kalle in te zien dat zij ook hem nodig heeft.