Wanneer de bel opnieuw klonk en de deur van het beklaagdenbankje openging, voelde ik het gewichtige stilzwijgen vanuit de zaal naar mij toekomen. Dit werd vergezeld door een eigenaardige ervaring: ik merkte dat de jonge journalist zijn blik had afgewend. Ik keek niet naar Marie, omdat ik er simpelweg geen tijd voor had. De voorzitter sprak tegen mij in een merkwaardige vorm dat ik ter dood zou worden gebracht op een openbare plaats in naam van het Franse volk...