In deze avontuurlijke reis vertrekt Tintin naar het hart van Afrika om een reportage te maken. Hier komt hij oog in oog te staan met gevaarlijke situaties, aangezien zijn vijanden hem achtervolgen om hem uit te schakelen. Na zijn reis naar Rusland, die werd beschreven in "Tintin in het land van de Sovjets," ontving Hergé de opdracht om Tintin naar Congo te laten reizen, dat toen een kolonie van België was. Dit album biedt een voortreffelijk inzicht in hoe Europeanen destijds Afrika en de Afrikanen zagen. Het verhaal begon op 5 juni 1930 te verschijnen in Le Petit Vingtième (Bekijk de biografie van Hergé). In 1946 tekende Hergé het gehele album opnieuw in kleur, waarbij de oorspronkelijke 110 pagina's werden teruggebracht tot 62. In deze nieuwe kleurenversie voerde hij talrijke aanpassingen door en verzachtte hij enigszins de koloniale tinten. Desondanks raakte "Tintin in Congo" vanaf de jaren '50 in ongenade en werd het moeilijk verkrijgbaar. Dit viel samen met de roerige periode van de dekolonisatie waarin het album niet bijzonder opportun bleek. Opmerkelijk genoeg was het in een tijdschrift uit Zaïre waar het verhaal voor het eerst weer opdook en een einde maakte aan de quarantaine van "Tintin in Congo".