Texte fondateur, La Chanson de Roland van de geestelijke Tudold was aanvankelijk een kruistochtgedicht: diep doordrongen van de dromen en vooroordelen van de edelen die in Spanje rond Zaragoza vochten. Dit beroemde chanson de geste was bedoeld om bij een publiek dat verontrust was door de Saraceense dreiging, het enthousiasme voor de heilige oorlog te versterken. Het werk weerspiegelt ook de conflicten en spanningen van de feodale samenleving - tussen recht en gerechtigheid, de dienst aan de leenheer en zelfverheerlijking, de verdediging van het geloof en de trouw aan het vazalcontract. Het vormt bovendien een instrument voor de verheerlijking van familiebanden (tussen Karel de Grote en zijn neef Roland), krijgskunde (tussen Roland en Olivier) of liefdesrelaties (tussen Roland en Aude). Maar de fictie overstijgt de geschiedenis: ruw, gewelddadig en intens in de uitdrukking van gevoelens, verleent ze de heroïsche figuren een ware poëtische realiteit, waardoor dit meesterwerk een van de meest sublieme uitdrukkingen wordt van de scheppende beweging die de middeleeuwse wereld destijds bezielde. Voorzien van presentatie, vertaling, noten en bibliografie door Jean Dufournet.