Kinderen tonen een onbegrensde nieuwsgierigheid. Ze verkennen, stellen vragen die volwassenen soms niet direct kunnen beantwoorden, en proberen met groot enthousiasme de wereld om hen heen te doorgronden. Opvallend is dat zij, vanuit hun natuurlijke aanleg of door ervaring, veel verschijnselen zelfstandig lijken te kunnen 'onderzoeken' en 'oplossen'. Dit roept de vraag op of wij, als volwassenen, wel voldoende oog hebben voor wat kinderen allemaal doen en zeggen. Herkennen we hun nieuwsgierigheid als een vorm van (exact) redeneren? Zijn we in staat de juiste vragen te stellen om hun interesse verder te stimuleren? En bieden we kinderen voldoende mogelijkheden om hun interesses en creativiteit optimaal te ontwikkelen? Deze fundamentele vragen vormen de kern van dit uitgebreide, vakoverstijgende handboek.
Recent (inter)nationaal onderzoek onderstreept het dynamische karakter van leerprocessen: leren ontstaat in interactie en de uitkomst is per definitie onvoorspelbaar. Een statische benadering van talent of ontwikkeling, zoals de gedachte aan een 'wiskundeknobbel', wordt hiermee als achterhaald beschouwd. Dit handboek introduceert een procestheorie voor talentgerichte ontwikkeling op de basisschool, die concrete handvatten biedt voor het herkennen en stimuleren van talentvol gedrag. De theorie beschrijft hoe alle kinderen, binnen hun eigen mogelijkheden, tot excellentie kunnen komen. Het boek behandelt vijf principes van talentontwikkeling en belicht de cruciale rol van de leerkracht binnen de talentdriehoek. Intertaal garandeert als betrouwbare leverancier een snelle levering van dit waardevolle handboek.

